6 december 2009

Louis Couperus – De komedianten (Rotterdam: Nijgh & Van Ditmar, 1917

Deze roman van oude klassieker Louis Couperus heb ik helaas niet gelezen. De bespreking is geleend. Lavinius Gabinius, de dominus van de groep komedianten, die op één na allen zijn slaven zijn, komt naar Rome om zijn groep op te laten treden met de Scenische Spelen in het theater van Pompeius. Cecilius en Cecilianus, de zestienjarige tweeling die van jongs af aan in de groep zit, zijn de voornaamste spelers van de dominus. Zij spelen de belangrijke vrouwenrollen.
De volgende dag gaat de tweeling eropuit en als zij uitgejouwd worden door het volk, worden zij geholpen door Martialis en Plinius. Zij nemen de jongens mee naar het landgoed van Plinius, om te dansen en spelen voor de gasten van Plinius, bekende Latijnse dichters en schrijvers.
De dag daarop treedt de groep voor het eerst op in het theater van Pompeius. Zij spelen Bacchides van de Latijnse schrijver Plautus. In het publiek zit ook Crispina, hun moeder. Ze is trots op haar zoons, ook al weten ze niet dat zij hun moeder is.
Als de Scenische Spelen voorbij zijn huurt Crispina de tweeling voor een tijdje van de dominus. Cecilius en Cecilianus zijn er al achter dat zij hun moeder is, maar vertellen haar niet dat ze het weten, ze vinden het wel goed zo. Na een paar dagen neemt de broer van Crispina, Crispinus, tot grote woede van zijn zus Cecilius mee naar keizer Domitianus om bij hem in de gunst te komen. De keizer laat Cecilius niet meer gaan, en laat hem elke avond voor hem dansen.
Het boek speelt zich af in 96 na Chr. Duidelijk komt in het verhaal naar voren wat zich in die tijd afspeelde. De halfwaanzinnige Domitianus was keizer van het Romeinse rijk. Domitianus werd keizer op 30-jarige leeftijd in 81 na Chr., na de dood van zijn jongere broer Titus. Hij was arrogant.
In het boek komen veel bekende Latijnse schrijvers en dichters voor. Niet alleen Martialis en Plinius, maar ook anderen.

Louis Couperus leefde van 1863 tot 1923. Hij reisde veel. In 1894 reisde hij voor het eerst naar Rome en hij zou er nog vaak terugkomen. Het moderne Rome vond hij niet zo boeiend, maar hij was geïntrigeerd door het antieke Rome. Hij bezocht alle ruines en vond de charmes ervan overweldigend. De bouwvallen van de Thermen van Caracalla in Rome inspireerden hem tot de antieke roman ‘De berg van licht’. Wat ook een openbaring voor hem was, waren de vele ruime musea waar hij uren kon rondlopen.
Geïnspireerd door het oude Rome schreef hij ook nog ‘Dionyzos’, ‘God en goden’ en het nooit afgemaakte ‘Endymion’. Over Italië zelf schreef hij ‘blanke steden onder een blauwe lucht.’

Anthony Burgess - A dead man in Deptford (London: Hutchinson, 1983)

Meteen opzij gelegd, helaas. Het taalgebruik, zestiende eeuws aandoend, was niet om door te komen, in ieder geval niet voor mensen die weinig geduld hebben, waar uw ondergetekende ook onder valt.
Christopher Marlowe was een dichter en toneelschrjver in de tijd van William Shakespeare die onder verdachte omstandigheden bij een barruzie vermoord werd.
Marlowe werd geboren in Canterbury als de zoon van een schoenmaker. Hij studeerde met een beurs in Cambridge en woonde vanaf ongeveer 1586 in Londen. Na Cambridge trok hij naar Londen waar hij zich bij The Lord Admiral's Company onder leiding van de beroemde acteur Edward Alleyn vervoegde en toneelstukken begon te schrijven. Hij kende haast onmiddellijk succes.
Hij was één van de eerste schrijvers die ´blanke verzen´ schreef. Een blank vers is een dichtvorm waarin geen rijm (met name eindrijm) voorkomt. Het metrum (ritme) is wel belangrijk. Van oorsprong wordt de rijmloze, vijfvoetige jambe zo genoemd.
Ook schreef hij jambische pentameters. Een pentameter is een versregel die bestaat uit vijf versvoeten, bijvoorbeeld een vijfvoetige dactylus of jambe.
Shakespeare was één van zijn navolgers. `The merchant of Venice´ van Shakespeare was geinspireerd door Marlowe´s ´The jew of Malta´

Karen Harper - Mistress Shakespeare (New York: Putnam, 2009)

Nog een Shakespeare boek, maar dit keer over de liefdes in zijn leven. William Shakespeare was in 1582 getrouwd met Anne Hathaway, maar in hetzelfde register als waarin Anne H. werd vermeld werd ook het huwelijk van Anne Whateley met Shakespeare vermeld. In dit boek doet Anne Whateley haar verhaal over hoe ze Shakespeare leerde kennen als kind, hoe ze toen al zijn vriendinnetje was en hoe ze later met hem getrouwd is. Ze moet door zijn huwelijk met Anne H. verdragen dat haar huwelijk geheim gehouden moet worden.
Op zich is het natuurlijk heel interessant en bijna een boeketreeksonderwerp: wat als Anne Whateley inderdaad de liefde van zijn leven was? De dame uit zijn sonnetten, zijn inspiratie en zijn muze? Heel jammer, daar kwam ik niet eens aan toe.
Ik lees de laatste tijd blijkbaar alleen maar boeken waarin de hoofdpersonen vervelende niet-inspirerende mensen zijn.

Een uitgebreide bespreking van iemand die wel gecharmeerd was van dit boek is te vinden in het blog van Firefly.

Robert Nye - The late mr. Shakespeare (London: Chatto & Windus, 1998)

Helaas weer zo'n boek dat me niet kan bekoren. Dat worden er drie achter elkaar en heel typisch, twee daarvan hebben een Shakespeare-onderwerp.
Dit boek gaat over een 17e-eeuwse acteur, Robert Reynolds, ook wel bekend als "Pickleherring," die Shakespeare heeft ontmoet toen hij 13 was en de auteur in de 30.
Shakespeare is al jaren dood en Pickleherring, nu in de 80, meent dat de tijd is gekomen om de wereld te vertellen wat hij weet over Shakespeare.
Helaas verveelde Pickleherring me al op het moment dat hij Shakespeare ontmoette, anders was het me wel gelukt dit op zich interessante boek te lezen, maar nu heb ik het na twee hoofdstukken laten zitten.
Het wordt wel geroemd als een boek dat zeer interessant kan zijn voor Shakespeare liefhebbers.

16 november 2009

Nicola Upson - An expert in murder (London: Faber and Faber, 2008)

Josephine Tey is één van de pseudoniems gebruikt door Elisabeth Mackintosh, een Schotse schrijfster die het meest bekend werd door haar mysteries, met als hoofdpersoon Inspecteur Alan Grant.
Onder het pseudoniem Gordon Daviot schreef ze het toneelstuk 'Richard of Bordeaux', een toneelstuk dat zeer populair was, veertien maanden in het theater speelde, en van de hoofdrolspeler/regisseur John Gielgud een bekende ster maakte.
'An Expert in Murder' is de eerste van een serie romans waarin Josephine Tey de hoofdpersoon is. 'Richard of Bordeaux' speelt ook een hoofdrol.

Het is maart 1934 en Josephine Tey reist per trein naar Londen vanuit Schotland om de laatste week van haar stuk te zien. In de trein ontmoet ze Elspeth, een jonge bewonderaarster. Het meisje wordt vermoord in de trein.
Inspecteur Archie Penrose is ervan overtuigd dat de moord te maken heeft met het stuk.
Een tweede moord bevestigt alleen maar zijn vermoedens. Het tweede slachtoffer heeft een verleden op de slagvelden van de Eerste Wereldoorlog. Penrose was soldaat in die oorlog, evenals Tey's geliefde. Maar ook de onbekende vader van Elspeth was in die oorlog.
Die oorlog met al zijn verschrikkingen is de verbindende factor in deze zeer spannende en zeer Engelse detective.
Josephine Tey's boeken waren altijd al geliefd bij mij. Dat zij een hoofdrol speelt in deze detective maakt het heel leuk.
Het is de eerste detective van Nicola Upson en dat is zeker een schrijfster om in de gaten te houden. Ze geeft in dit boek een goed beeld van het theater van het Interbellum. Homoseksuele relaties zijn duidelijk aangegeven en zijn relaties waar de personages geen moeite mee hebben en dat in een Engeland waar Oscar Wilde voor zijn homoseksualiteit nog geen 40 jaar eerder was veroordeeld.
Er waren elementen aan dit boek die het vooral lastig maakten om het te lezen, bijvoorbeeld alle zijsporen in het verhaal. Veel personages waarover van alles werd verteld waardoor ze wel of niet zouden kunnen dienen als dader. De tweede moord zag ik van mijlen ver aan komen. Maar de oplossing zelf weer niet en die was knap in het verhaal ingebouwd.
Veel leesplezier voor alle detective-liefhebbers.

27 september 2009

Boris Starling - Storm (Amsterdam: *Mpact, 2001)

Storm is het tweede deel uit een serie thrillers, geschreven door Boris Starling, een Britse schrijver. 'Messiah' was het eerste deel waar inspecteur Kate Beauchamp een rol speelde. In deze roman is ze verhuisd naar Aberdeen met haar zoontje Leo. Hier is ze lid geworden van een amateurtoneelvereniging die een reis maakt naar Noorwegen om daar een serie voorstellingen te doen. Op de terugweg lijdt de veerboot Amphitrite waarop het gezelschap reist, schipbreuk. Kate overleeft de ramp samen met diverse leden van de groep.
Terug in Aberdeen gaat ze meteen weer aan het werk en krijgt de leiding van een moordonderzoek, een jonge vrouw is op gruwelijke wijze vermoord. Twee dagen later wordt een volgende vrouw op dezelfde wijze vermoord. Op hun lichamen is een levende adder vastgebonden. De moordenaar wordt door de politie Blackadder genoemd.
Haar vader Frank met wie ze al jaren geen contact had, is de leider van het onderzoek naar de ramp van de Amphitrite.

Voor iedereen die het boek wil lezen, en dat beveel ik absoluut aan bij deze spannende thriller, laat ik het bij deze korte bespreking.
De toneelconnectie is flinterdun met Kate's lidmaatschap van een toneelvereniging die maar even wordt genoemd, maar het feit dat een amateurtoneelvereniging een rol speelt in een thriller is te leuk om te laten lopen.

Ed McBain - Het doek valt (The last dance) (Weert: Van Buuren, 2000)

Ed McBain is het pseudoniem van Evan Hunter, een Amerikaanse schrijver die onder beide namen een indrukwekkend oeuvre heeft opgebouwd. Onder de naam Ed McBain heeft hij de 87th precinct serie geschreven, waarvan het eerste boek in 1956 verscheen. De politieseries Hill Street Blues en NYPD Blue werden aan zijn plots ontleend. Het pseudoniem Ed McBain gebruikte hij hoofdzakelijk voor misdaadromans. De 87th precinct boeken spelen zich af in Isola, een stad die heel veel lijkt op Manhattan. De hoofdpersonen, onder andere detectives Steve Carella en Meyer Meyer zijn sinds dat eerste boek niet merkbaar in leeftijd veranderd.

Ik heb heel veel boeken van McBain gelezen, het zijn politieromans op een typische manier geschreven. Deze was een onbekende voor me.
Andrew Hale, een 68 jarige gepensioneerde verpleger wordt door zijn dochter dood aangetroffen in zijn appartement. Steve Carella en Meyer Meyer vermoeden dat de man opgehangen is aangetroffen en door zijn dochter op zijn bed is gelegd. De zaak lijkt niet opgelost te worden, tot Carella door een bericht in de krant de dochter in verband kan brengen met de rechten op een toneelstuk dat tot een musical zal worden bewerkt. Hetgeen haar een financieel motief voor moord oplevert. Als het stuk een succes wordt kan daar haar honderdduizenden dollars opleveren.
Toeval is altijd belangrijk in een misdaadroman. Een nieuwe moord op een oude vrouw en een toneelstuk dat in haar bezittingen wordt gevonden, brengt deze moord in verband met dochterlief, aangezien de oude vrouw de oorspronkelijke schrijfster al eerder aanklaagde voor plagiaat.

24 september 2009

A.C. Crispin with Deborah Marshall - Serpent's gift (Starbridge; book 4) (New York: Ace Books, 1992)

Naast de serieuze literatuur die compleet over actrices gaat en door actrices geschreven wordt, hebben we ook nog luchtige tussendoortjes. Dit is er één van. Een SF-romannetje over een school die in de ruimte is gevestigd, en waar scholieren van allerlei werelden naar toe gaan, om opgeleid te worden tot diplomaat. De centrale figuren in deze roman zijn Serge LaRoche, wiens carrière als musicus teloor is gegaan door het verlies van zijn handen, Heather Farley, een elfjarige tiener die als gave telepathie heeft, en Hing Oun, een van oorsprong Cambodiaanse jonge vrouw. Hing heeft als hobby toneel, ze speelt en is assistent regisseur. Het stuk dat zijdelings ter sprake komt is 'They don't make pennies anymore' van Eunice Goldberg. Stuk en schrijver zijn volledig verzonnen, ik heb het nog gegoogled.

14 september 2009

Halina Reijn - Prinsesje Nooitgenoeg (Amsterdam: Prometheus, 2005)

Een absoluut niet autobiografische roman van actrice Halina Reijn, een actrice die onder andere bekend is geworden van stukken als 'Drie zusters' en 'Temmen van de feeks'. En laat 'Drie zusters' nou net gerepeteerd worden in dit boek.
Hoofdpersoon Anna Verbrugge is actrice en niet gelukkig. Anna wil iets nuttigs doen, iets belangrijks, ergens voor staan, van iets overtuigd zijn, een doel hebben. Ze wil arts zonder grens worden, of ontwikkelingswerker, of vredesbrenger, of terrorist. Ze wil zich verzetten tegen een wereld waarin mensen Jessica Simpson en Nicole Kidman als helden hebben en waarin ‘idealen op de mesthoop liggen’. Ze wil veel, maar doet weinig. Het is een neuzelende muts om het maar heel eerlijk te zeggen.
Smaken verschillen, dat zal altijd zo blijven, een recensent van de Volkskrant vindt Halina Reijn's boek 'haar versie van 'De Avonden', over de leegte die een jonge volwassene aan kan vliegen bij het besef dat alle menselijke strevingen in banaliteiten verzanden.'
Mij interesseerde het gewoonweg niet genoeg. Het geneuzel van de vrienden onderling, hun besef dat ze toch eigenlijk wel geweldig zijn.
Het boek opent met de jaarlijkse bijeenkomst waarin Anna verhaalt hoe ze met zijn vieren het laatste jaar van de toneelschool haalden.
Het boek gaat wellicht ook verfilmd worden, met als regisseur Halina zelf. Maar dat bericht zingt al een tijdje rond.

22 augustus 2009

Caliban's wraak - Tad Williams (Amsterdam: Luitingh-Sijthoff, 1995)

Tad Williams is vooral bekend als schrijver van lijvige, veeldelige fantasy-verhalen. 'Caliban's hour' is een op zichzelf staande roman, dat het verhaal vertelt van Caliban, één van de figuren uit 'The Tempest' van William Shakespeare. Hij wil wraak nemen op prinses Miranda die hem destijds verlaten heeft.
'The tempest' in het kort: de rechtmatige hertog van Milaan, Prospero, wordt samen met zijn dan driejarige dochter Miranda verbannen. Zij komen op een eiland terecht waar Caliban en Ariel de enige bewoners zijn. Ariel is een geest. Caliban is hier terechtgekomen door zijn moeder Sycorax, een Algerijnse heks. Prospero zorgt ervoor dat zijn broer Antonio schipbreuk lijdt door een storm (tempest) op te wekken. Antonio wordt vergezeld door zijn vriend, koning Alonso van Napels, diens broer en zoon (Sebastian en Ferdinand). Ferdinand is uiteindelijk degene die met Miranda gaat trouwen. Het hele gezelschap verlaat het eiland en laat Caliban achter.

Caliban slaagt erin het eiland te verlaten en Miranda op te zoeken. Hij doet haar zijn verhaal over hoe het voor hem was voordat haar vader en zij op het eiland terecht kwamen. Dit beslaat bijna het hele boek.
'The tempest' werd oorspronkelijk beschreven als een komedie, later als een romance. Caliban's wraak is uiteindelijk ook een romance. Miranda's dochter Giulietta gaat met hem mee, terug naar het eiland. Zij heeft zijn verhaal gehoord, verscholen in de kamer van haar moeder. Ze vindt hem geen monster, maar een mens. Ze gaat met hem mee, niet om het leven van haar moeder te redden, maar omdat ze dat zelf wil.

A thousand acres - Jane Smiley (London: Flamingo, 1992)

Dit boek bracht me in eerste instantie in grote verwarring omdat ik de toneelconnectie totaal niet kon vinden, tot ik erachter kwam dat het verhaal is gebaseerd op William Shakespeare's 'King Lear', gesitueerd op een boerderij in Zebulon County, Iowa.
Larry Cook wil met pensioen gaan en zijn boerderij nalaten aan zijn dochters Ginny, Rose en Caroline. Ginny en Rose zijn verrast door de plannen van hun vader, Caroline, de jongste dochter is er helemaal niet zo zeker van. Haar vader onterft haar onmiddellijk. Ginny, de oudste dochter, ongewild moederloos, vertelt het verhaal.

De connectie met Lear is duidelijk. Larry is Lear, Ginny is Goneril, Rose is Regan, Caroline is Cordelia. Ook de thema's uit Lear zijn aanwezig, generatieconflicten, hierarchie, gekte. Alleen de op macht beluste dochters zijn hier veranderd in slachtoffers van een incestueuze verkrachtende vader.

Het boek heeft de Pulitzer Prize for Fiction en de 'National Book Critics' Circle Award' gewonnen en is in 1997 verfilmd met in de hoofdrollen Jason Robards (Larry), Michelle Pfeiffer (Rose) Jessica Lange (Ginny) en Jennifer Jason Leigh (Caroline).

De figurant - Jonathan Ames (Amsterdam: Prometheus, 1998)

'De figurant' is een vertaling van 'The extra man'.
'Henry is a dedicated eccentric, unsuccessful playwright, gentleman freeloader and ageless senior citizen whose vocation is escorting elderly rich women as an 'extra man.' (Publishers Weekly recensie)
Wat dat betreft is de titel wel juist vertaald als 'De figurant.

Het is het verhaal van een jonge Joodse onderwijzer, Louis Ives die wordt ontslagen vanwege een affaire met een bh. Hij is een 'crossdresser'. Hij vertrekt naar New York, op zoek naar zijn seksuele identiteit.
In New York trekt hij in bij Henry Harrison, een voormalig acteur en een mislukte, maar briljante toneelschrijver. Henry kan behoorlijk excentriek zijn. Hij blijft in vorm door te dansen op Cole Portermuziek en wast zijn kleding in de douche. Henry wijst Louis de weg in New York.
De toneelconnectie is marginaal: Henry is toneelschrijver, het boek gaat voornamelijk over de zoektocht van Louis naar zijn seksuele identiteit. Hij is niet helemaal hetero, maar ook geen homo, hij voelt zich aangetrokken door transseksualiteit.

Het boek is verfilmd met in de hoofdrollen Kevin Kline, Paul Dano, John C. Reilly en Katie Holmes, maar komt pas in 2010 uit.

18 augustus 2009

De Haagse canon: de toneelcompetitie

In het vorige nummer van 'Haghespel' kon u de aanzet voor de Haagse canon lezen. In dit nummer de toneelcompetitie.
Tegenwoordig hebben we de HvA toneelcompetitie, maar deze heeft heel wat voorgangers gekend, niet alleen als competitie, maar ook belangenvereniging voor het Haagse amateurtoneel.

In 1946 werd de eerste toneelcompetitie georganiseerd en wel door de Haagse Amateur Toneel Organisatie (HATO) die in datzelfde jaar was opgericht.
De Combinatie Haagse Amateur Toneelverenigingen (CHAT) werd in 1948 opgericht en was een afscheiding van de HATO. Wedstrijdbeoordelingen zouden hieraan ten grondslag hebben gelegen.
De Federatie Haags Amateurtoneel (FHAT) werd in 1967 opgericht als overkoepelende organisatie voor het amateurtoneel in Den Haag.
Landelijk had je de Nederlandse Amateur Toneel Unie (NATU) die in 1940 werd opgericht en de Bond van Rooms Katholieke Toneelverenigingen, het Werkverband Katholieke Amateurs (WKA) die in 1946 werd opgericht. Deze twee verenigingen fuseerden in 1967 en werden het Nederlands Centrum voor Amateurtoneel (NCA), in datzelfde jaar ontstond de Haagse afdeling HCA.
Daarom waren er twee competities, namelijk van de CHAT, maar ook van de HCA. De verenigingen deden vaak aan beide competities mee. De juryleden zaten soms in beide jury’s. De competities werden per kalenderjaar gehouden.

In 1993 was er al sprake van samenvoeging van CHAT en HCA, zo bleek uit de toespraak van toenmalig HCA voorzitter Koos Borsboom. De bestuursleden kwamen niet op elkaars feestelijke prijsuitreiking. De CHAT competitie telde twee klasses.

Schak en FHAT werden samengevoegd tot Centrum voor Amateurkunst met ingang van 1 januari 1995.
CHAT en HCA gingen in 1995 samen tot de belangenvereniging Haghespel. In de ‘Haghespel’ van juni 1995 werd een toelichting gegeven op de prijzen van de toneelcompetitie die door het CvA en Haghespel zal worden georganiseerd.
Kennen we ze nog? De 1e prijs Jan Bernard trofee, de 2e prijs het Zilveren Masker, de 3e prijs de Han Driessen trofee. De hoofdrol dames en heren kregen zilveren schalen, de bijrol dames en heren kregen de Tourniaire bekers. De eerste regieprijs was een sculptuur, de 2e regieprijs: Piet Borsboom beker.
De 1e decorprijs was de Ton de Booy trofee, voor een bijzondere prestatie werd de Piet Cornet beker uitgereikt. Prijzen die allemaal waren genoemd naar Hagenaars die bekend zijn uit het amateurtoneel, veelal beschikbaar gesteld door verenigingen of personen.

De CvA-Haghespel toneelcompetitie 2000-2001 was de eerste competitie die een seizoen besloeg in plaats van een kalenderjaar en heeft anderhalf jaar geduurd.
De toneelcompetitie 2002-2003 was de eerste onder de bezielende leiding van Karen-Else Sluizer. Zij zorgde ervoor dat de winnaars een masterclass krijgen aangeboden. De eerste werd door actrice Wil van Kralingen verzorgd. Latere masterclasses waren van Peter Tuinman, Stephan de Walle, Aus Greidanus, Geert de Jong en Peter de Baan.
Het aantal deelnemende verenigingen werd groter. Deze competitie 19, het seizoen erop 23.
In 2005 werd Stichting Culturalis opgericht als opvolger van het Centrum voor Amateurkunst. De toneelcompetitie 2006-2007 zal volledig door HvA worden georganiseerd, Culturalis zal een subsidie verstrekken.
De toneelcompetitie 2006-2007 was het laatste seizoen onder leiding van Karen-Else, die het stokje doorgaf aan Guus Vervaart.
Peter Luiten, voorzitter van HvA, kondigde aan dat het Zilveren Masker (2e verenigingsprijs) voortaan de ‘Karen-Else Sluizer prijs’ zal worden genoemd.

Dit artikel zal in nr. 7 (2009) van Haghespel verschijnen.
Zie ook Haghespel.

10 augustus 2009

Kleuter-, kinder- en jeugdboeken en theater - de eerste lange lijst van dit soort

Een aparte kinderboekenlijst. Uit de andere lijst gehaald omdat die toch al idioot lang is en ik de kinderboeken niet echt wil bespreken. Ook hier weer boeken waarin theater, acteurs, actrices, soms films een rol spelen.

Adele Griffin – Split just right (Econo-Clad Books, 2001)
Allan and Janet Ahlberg – The Cinderella show (Viking Juvenile, 1987)
Avi - Romeo and Juliet--Together (And Alive!) at Last (HarperCollins, 1988)
Bies van Ede - Julia's droom (Tilburg: Zwijsen, 2007)
Carl R. Green – House of fear (Crestwood House, 1987)
Darren Shan - Slagtenstein (Vert. van Slawter) (Baarn : De Fontein, 2006)
Eduardo Delgado; Helena Rosa – Five friends put on a play (Crescent, 1988)
Elizabeth Starr Hill – Curtain going up! (Viking Juvenile, 1995)
Felicia Bond – The Halloween play (HarperCollins, 1999)
Gary Blackwood - Shakespeare's Scribe, Shakespeare's spy, The Shakespeare Stealer (Dutton Juvenile, 1998)
Geoffrey Trease - Cue for Treason
Gertrude Chandler Warner - The Mystery on Stage (Boxcar Children Mysteries #43) (Whitman, 1994)
Gillian Cross – The dark behind the curtain (Oxford University Press, 2001)
Gregory Rogers - The boy, the bear, the baron, the bard
Jean Ure – Hi there, Supermouse (Morrow, 1988)
Jerome Lawrence - Golden Circle: A Tale of the Stage and the Screen and Music of Yesterday and Now and Tomorrow and Maybe the Day After Tomorrow : A Novel (Sun & Moon Press, 1993)
Jocelyn Stevenson - Bo Saves the Show: Starring Jim Henson's Muppets (Random House, 1982)
John Louis and Patricia Beatty – Master Rosalind (Morrow, 1974)
Kathryn Kenny – Trixie Belden and the mystery of the velvet gown (Golden Press, 1980)
Laurie Lawlor – Biggest pest on Eighth Avenue (Holiday House, 1997)
Lou Steenbergen - Koen: de jongen die niet zo nodig moest (Amsterdam: Manteau, 1984)
Lydia Rood - Kus (Rotterdam: Lemniscaat, cop. 2005)
Marc Brown – Arthur’s Thanksgiving (Little, Brown Young Readers, 1994)
Marcia Leonard – Krissy and the big snow (Grosset and Dunlap, 1996)
Marilyn Singer - The Case of the Sabotaged School Play (HarperTrophy, 1987)
Mary Hoffman – Amazing Grace
Mary Pope Osborne - Stage Fright on a Summer Night
Mem Fox – Wombat divine (Voyager Books, 1999)
Meredith Sue Willis – Marco’s monster (Montemayor, 2001)
Meriol Trevor – The rose and crown: Letzenstein Chronicles, book 4 (Bethlehem Books, 1999)
Michael Ende – Ophelia’s shadow theatre (Overlook Juvenile, 1988)
Michael Williams – Crocodile burning (Puffin, 1994)
Nancy Garden – Good moon rising (iUniverse, 2005)
Noel Streatfeild - Ballet Shoes, Theater shoes (1945)
Odo Hirsch - Antonio S. en het verborgen theater (Amsterdam: Ploegsma, 1998) (Vert. van: Antonio S. and the mystery of Theodore Guzman)
Paulette Bourgeois – Franklin’s school play (Kids Can Press, 1996)
Sheila Front – Never say Macbeth (Doubleday, 1990)
Stan and Jan Berenstain – The Berenstain bears get stagefright (Random House, 1986)
Stephanie Calmenson – No stage fright for me! (Goldencraft, 1988)
Uriel Ofek - Alles begon met Jossi (Vert. van: Alles begann mit Jossi) (Den Haag: Van Goor, 1977)
Wendy Stroobant – Orfeo (Leuven: Davidsfonds, 2006)