22 augustus 2009

Caliban's wraak - Tad Williams (Amsterdam: Luitingh-Sijthoff, 1995)

Tad Williams is vooral bekend als schrijver van lijvige, veeldelige fantasy-verhalen. 'Caliban's hour' is een op zichzelf staande roman, dat het verhaal vertelt van Caliban, één van de figuren uit 'The Tempest' van William Shakespeare. Hij wil wraak nemen op prinses Miranda die hem destijds verlaten heeft.
'The tempest' in het kort: de rechtmatige hertog van Milaan, Prospero, wordt samen met zijn dan driejarige dochter Miranda verbannen. Zij komen op een eiland terecht waar Caliban en Ariel de enige bewoners zijn. Ariel is een geest. Caliban is hier terechtgekomen door zijn moeder Sycorax, een Algerijnse heks. Prospero zorgt ervoor dat zijn broer Antonio schipbreuk lijdt door een storm (tempest) op te wekken. Antonio wordt vergezeld door zijn vriend, koning Alonso van Napels, diens broer en zoon (Sebastian en Ferdinand). Ferdinand is uiteindelijk degene die met Miranda gaat trouwen. Het hele gezelschap verlaat het eiland en laat Caliban achter.

Caliban slaagt erin het eiland te verlaten en Miranda op te zoeken. Hij doet haar zijn verhaal over hoe het voor hem was voordat haar vader en zij op het eiland terecht kwamen. Dit beslaat bijna het hele boek.
'The tempest' werd oorspronkelijk beschreven als een komedie, later als een romance. Caliban's wraak is uiteindelijk ook een romance. Miranda's dochter Giulietta gaat met hem mee, terug naar het eiland. Zij heeft zijn verhaal gehoord, verscholen in de kamer van haar moeder. Ze vindt hem geen monster, maar een mens. Ze gaat met hem mee, niet om het leven van haar moeder te redden, maar omdat ze dat zelf wil.

A thousand acres - Jane Smiley (London: Flamingo, 1992)

Dit boek bracht me in eerste instantie in grote verwarring omdat ik de toneelconnectie totaal niet kon vinden, tot ik erachter kwam dat het verhaal is gebaseerd op William Shakespeare's 'King Lear', gesitueerd op een boerderij in Zebulon County, Iowa.
Larry Cook wil met pensioen gaan en zijn boerderij nalaten aan zijn dochters Ginny, Rose en Caroline. Ginny en Rose zijn verrast door de plannen van hun vader, Caroline, de jongste dochter is er helemaal niet zo zeker van. Haar vader onterft haar onmiddellijk. Ginny, de oudste dochter, ongewild moederloos, vertelt het verhaal.

De connectie met Lear is duidelijk. Larry is Lear, Ginny is Goneril, Rose is Regan, Caroline is Cordelia. Ook de thema's uit Lear zijn aanwezig, generatieconflicten, hierarchie, gekte. Alleen de op macht beluste dochters zijn hier veranderd in slachtoffers van een incestueuze verkrachtende vader.

Het boek heeft de Pulitzer Prize for Fiction en de 'National Book Critics' Circle Award' gewonnen en is in 1997 verfilmd met in de hoofdrollen Jason Robards (Larry), Michelle Pfeiffer (Rose) Jessica Lange (Ginny) en Jennifer Jason Leigh (Caroline).

De figurant - Jonathan Ames (Amsterdam: Prometheus, 1998)

'De figurant' is een vertaling van 'The extra man'.
'Henry is a dedicated eccentric, unsuccessful playwright, gentleman freeloader and ageless senior citizen whose vocation is escorting elderly rich women as an 'extra man.' (Publishers Weekly recensie)
Wat dat betreft is de titel wel juist vertaald als 'De figurant.

Het is het verhaal van een jonge Joodse onderwijzer, Louis Ives die wordt ontslagen vanwege een affaire met een bh. Hij is een 'crossdresser'. Hij vertrekt naar New York, op zoek naar zijn seksuele identiteit.
In New York trekt hij in bij Henry Harrison, een voormalig acteur en een mislukte, maar briljante toneelschrijver. Henry kan behoorlijk excentriek zijn. Hij blijft in vorm door te dansen op Cole Portermuziek en wast zijn kleding in de douche. Henry wijst Louis de weg in New York.
De toneelconnectie is marginaal: Henry is toneelschrijver, het boek gaat voornamelijk over de zoektocht van Louis naar zijn seksuele identiteit. Hij is niet helemaal hetero, maar ook geen homo, hij voelt zich aangetrokken door transseksualiteit.

Het boek is verfilmd met in de hoofdrollen Kevin Kline, Paul Dano, John C. Reilly en Katie Holmes, maar komt pas in 2010 uit.

18 augustus 2009

De Haagse canon: de toneelcompetitie

In het vorige nummer van 'Haghespel' kon u de aanzet voor de Haagse canon lezen. In dit nummer de toneelcompetitie.
Tegenwoordig hebben we de HvA toneelcompetitie, maar deze heeft heel wat voorgangers gekend, niet alleen als competitie, maar ook belangenvereniging voor het Haagse amateurtoneel.

In 1946 werd de eerste toneelcompetitie georganiseerd en wel door de Haagse Amateur Toneel Organisatie (HATO) die in datzelfde jaar was opgericht.
De Combinatie Haagse Amateur Toneelverenigingen (CHAT) werd in 1948 opgericht en was een afscheiding van de HATO. Wedstrijdbeoordelingen zouden hieraan ten grondslag hebben gelegen.
De Federatie Haags Amateurtoneel (FHAT) werd in 1967 opgericht als overkoepelende organisatie voor het amateurtoneel in Den Haag.
Landelijk had je de Nederlandse Amateur Toneel Unie (NATU) die in 1940 werd opgericht en de Bond van Rooms Katholieke Toneelverenigingen, het Werkverband Katholieke Amateurs (WKA) die in 1946 werd opgericht. Deze twee verenigingen fuseerden in 1967 en werden het Nederlands Centrum voor Amateurtoneel (NCA), in datzelfde jaar ontstond de Haagse afdeling HCA.
Daarom waren er twee competities, namelijk van de CHAT, maar ook van de HCA. De verenigingen deden vaak aan beide competities mee. De juryleden zaten soms in beide jury’s. De competities werden per kalenderjaar gehouden.

In 1993 was er al sprake van samenvoeging van CHAT en HCA, zo bleek uit de toespraak van toenmalig HCA voorzitter Koos Borsboom. De bestuursleden kwamen niet op elkaars feestelijke prijsuitreiking. De CHAT competitie telde twee klasses.

Schak en FHAT werden samengevoegd tot Centrum voor Amateurkunst met ingang van 1 januari 1995.
CHAT en HCA gingen in 1995 samen tot de belangenvereniging Haghespel. In de ‘Haghespel’ van juni 1995 werd een toelichting gegeven op de prijzen van de toneelcompetitie die door het CvA en Haghespel zal worden georganiseerd.
Kennen we ze nog? De 1e prijs Jan Bernard trofee, de 2e prijs het Zilveren Masker, de 3e prijs de Han Driessen trofee. De hoofdrol dames en heren kregen zilveren schalen, de bijrol dames en heren kregen de Tourniaire bekers. De eerste regieprijs was een sculptuur, de 2e regieprijs: Piet Borsboom beker.
De 1e decorprijs was de Ton de Booy trofee, voor een bijzondere prestatie werd de Piet Cornet beker uitgereikt. Prijzen die allemaal waren genoemd naar Hagenaars die bekend zijn uit het amateurtoneel, veelal beschikbaar gesteld door verenigingen of personen.

De CvA-Haghespel toneelcompetitie 2000-2001 was de eerste competitie die een seizoen besloeg in plaats van een kalenderjaar en heeft anderhalf jaar geduurd.
De toneelcompetitie 2002-2003 was de eerste onder de bezielende leiding van Karen-Else Sluizer. Zij zorgde ervoor dat de winnaars een masterclass krijgen aangeboden. De eerste werd door actrice Wil van Kralingen verzorgd. Latere masterclasses waren van Peter Tuinman, Stephan de Walle, Aus Greidanus, Geert de Jong en Peter de Baan.
Het aantal deelnemende verenigingen werd groter. Deze competitie 19, het seizoen erop 23.
In 2005 werd Stichting Culturalis opgericht als opvolger van het Centrum voor Amateurkunst. De toneelcompetitie 2006-2007 zal volledig door HvA worden georganiseerd, Culturalis zal een subsidie verstrekken.
De toneelcompetitie 2006-2007 was het laatste seizoen onder leiding van Karen-Else, die het stokje doorgaf aan Guus Vervaart.
Peter Luiten, voorzitter van HvA, kondigde aan dat het Zilveren Masker (2e verenigingsprijs) voortaan de ‘Karen-Else Sluizer prijs’ zal worden genoemd.

Dit artikel zal in nr. 7 (2009) van Haghespel verschijnen.
Zie ook Haghespel.

10 augustus 2009

Kleuter-, kinder- en jeugdboeken en theater - de eerste lange lijst van dit soort

Een aparte kinderboekenlijst. Uit de andere lijst gehaald omdat die toch al idioot lang is en ik de kinderboeken niet echt wil bespreken. Ook hier weer boeken waarin theater, acteurs, actrices, soms films een rol spelen.

Adele Griffin – Split just right (Econo-Clad Books, 2001)
Allan and Janet Ahlberg – The Cinderella show (Viking Juvenile, 1987)
Avi - Romeo and Juliet--Together (And Alive!) at Last (HarperCollins, 1988)
Bies van Ede - Julia's droom (Tilburg: Zwijsen, 2007)
Carl R. Green – House of fear (Crestwood House, 1987)
Darren Shan - Slagtenstein (Vert. van Slawter) (Baarn : De Fontein, 2006)
Eduardo Delgado; Helena Rosa – Five friends put on a play (Crescent, 1988)
Elizabeth Starr Hill – Curtain going up! (Viking Juvenile, 1995)
Felicia Bond – The Halloween play (HarperCollins, 1999)
Gary Blackwood - Shakespeare's Scribe, Shakespeare's spy, The Shakespeare Stealer (Dutton Juvenile, 1998)
Geoffrey Trease - Cue for Treason
Gertrude Chandler Warner - The Mystery on Stage (Boxcar Children Mysteries #43) (Whitman, 1994)
Gillian Cross – The dark behind the curtain (Oxford University Press, 2001)
Gregory Rogers - The boy, the bear, the baron, the bard
Jean Ure – Hi there, Supermouse (Morrow, 1988)
Jerome Lawrence - Golden Circle: A Tale of the Stage and the Screen and Music of Yesterday and Now and Tomorrow and Maybe the Day After Tomorrow : A Novel (Sun & Moon Press, 1993)
Jocelyn Stevenson - Bo Saves the Show: Starring Jim Henson's Muppets (Random House, 1982)
John Louis and Patricia Beatty – Master Rosalind (Morrow, 1974)
Kathryn Kenny – Trixie Belden and the mystery of the velvet gown (Golden Press, 1980)
Laurie Lawlor – Biggest pest on Eighth Avenue (Holiday House, 1997)
Lou Steenbergen - Koen: de jongen die niet zo nodig moest (Amsterdam: Manteau, 1984)
Lydia Rood - Kus (Rotterdam: Lemniscaat, cop. 2005)
Marc Brown – Arthur’s Thanksgiving (Little, Brown Young Readers, 1994)
Marcia Leonard – Krissy and the big snow (Grosset and Dunlap, 1996)
Marilyn Singer - The Case of the Sabotaged School Play (HarperTrophy, 1987)
Mary Hoffman – Amazing Grace
Mary Pope Osborne - Stage Fright on a Summer Night
Mem Fox – Wombat divine (Voyager Books, 1999)
Meredith Sue Willis – Marco’s monster (Montemayor, 2001)
Meriol Trevor – The rose and crown: Letzenstein Chronicles, book 4 (Bethlehem Books, 1999)
Michael Ende – Ophelia’s shadow theatre (Overlook Juvenile, 1988)
Michael Williams – Crocodile burning (Puffin, 1994)
Nancy Garden – Good moon rising (iUniverse, 2005)
Noel Streatfeild - Ballet Shoes, Theater shoes (1945)
Odo Hirsch - Antonio S. en het verborgen theater (Amsterdam: Ploegsma, 1998) (Vert. van: Antonio S. and the mystery of Theodore Guzman)
Paulette Bourgeois – Franklin’s school play (Kids Can Press, 1996)
Sheila Front – Never say Macbeth (Doubleday, 1990)
Stan and Jan Berenstain – The Berenstain bears get stagefright (Random House, 1986)
Stephanie Calmenson – No stage fright for me! (Goldencraft, 1988)
Uriel Ofek - Alles begon met Jossi (Vert. van: Alles begann mit Jossi) (Den Haag: Van Goor, 1977)
Wendy Stroobant – Orfeo (Leuven: Davidsfonds, 2006)

8 augustus 2009

Personen, personages, door Laurens Spoor (Amsterdam: Van Gennep, 1996)


Vier personen spelen de hoofdrol in deze roman van acteur/regisseur/auteur Laurens Spoor. De kleedster Noor verlangt nog altijd naar haar Just, een schilderijendief. De acteur Alexander verlangt naar zijn Sébastien, die terug is bij zijn ouders in Quebec. De actrice Mirjam wordt in de steek gelaten door Bob, die meldt dat hij een ander heeft. En de souffleur Roel zet zijn vriendin Linda aan de kant. Ze zijn zich allen, gewild of ongewild, aan het onthechten van een geliefde.

Je leest de avonturen van deze vier en dat is ironisch bedoeld, want er gebeurt bar weinig in deze roman. Je volgt het viertal in hun eigen kamertjes en ziet wat ze de anderen niet laten zien. Je staat met ze op, je gaat met ze naar bed, je weet of hun lakens van katoen zijn of van zijde, of ze komkommer lusten en wat ze lezen. Het is allemaal van een gigantische alledaagsheid. Precies op het moment dat je denkt: nu is het genoeg, gaat er een knopje om waardoor je door blijft lezen.

In een vijftal episoden, 'Landen', 'Steden', 'Gebouw', 'Zaal' en 'Kamer', van wereldwijd tot onbehaaglijk smal, een trechter als het ware, dezelfde compositie als het stuk dat ze gaan spelen, wordt het verhaal verteld. Ze komen bijeen in de Koninklijke Schouwburg van Den Haag, waar ze een stuk gaan repeteren over een ontmoeting die de oude Queen Victoria in 1895 had met het toen vijftienjarige prinsesje Wilhelmina. Het drama heet Deelgenoten. Het verhaal speelt zich af op vier dagen in augustus 1995. Niet voor niets eindigt het op 31 augustus, de verjaardag van koningin Wilhelmina. In elke scène worden de personen duidelijker en vermengen zich ongemerkt met hun personages.

In de laatste scène van het boek, wordt aan de laatste scène van het stuk gewerkt. Ieders mise-en-scène kan niet strakker - en juist dan, met een prachtig gevoel voor ironie, laat Spoor op theatrale wijze de troep ontsporen. De wereld is op dit moment heel smal. Dit is het moment van inzicht.
Misschien juist door de herkenbare alledaagsheid van het bestaan van deze mensen een fascinerend boek.

3 augustus 2009

Vuur stelen - Willem van Zadelhoff (Amsterdam: Meulenhoff, 2008)

De hoofdpersoon, Bob Moreno, ooit een veelbelovende toneelvernieuwer, keert in 2007 na vijftien jaar afwezigheid in Amsterdam terug om daar te ontdekken dat er niets terecht is gekomen van de maatschappelijke en artistieke idealen die hij en zijn tijdgenoten koesterden.
Vijftien jaar terug wilde hij samen met zijn vriend Hugo Maris, nu een bekende TV ster, het toneelstuk 'Prometheus geboeid' spelen. Hugo zou de hoofdrol spelen. Hij liet Bob in de steek, hij koos voor zekerheid, een rol in een tv serie en zijn vrouw die in verwachting was van een tweeling.

Bob Moreno en Hugo Maris waren jongens die de wereld wilden veroveren via het toneel. Ze volgden, net als Van Zadelhoff zelf, de toneelschool in Arnhem waar de generatie van 1968 in zijn meest karikaturale Nijmeegse vorm het voor het zeggen had. Het was Marx, vormingstoneel en arbeidersklasse wat de klok sloeg, dit alles overgoten met de moeilijk te doorgronden, tot dogma verheven theateropvattingen van Brecht (recensie Elsbeth Etty, NRC, 11 december 2008)
Daar krijgen we dus van alles over te horen, ook over het leven van de moeder van Bob, eens een bekende concertpianiste, over Maria, over Jacques, over Björn.
Thematiek en sfeer zijn dan ook de sterkste kanten van de roman. Narratief is het flinterdun. Een man wil een toneelstuk schrijven en faalt vanwege zijn onvermogen zich aan te passen (recensie Bob Hopman, Recensieweb, 26 november 2008).
Maar het resultaat is een verwarrende roman, aan elkaar geplakt van stukjes. Bij de recensie van Elsbeth Etty zag ik het licht, dat waren eenakters.
De enige reden dat ik het uitlas was dat ik wilde weten waarom Bob dan vijftien jaar weg was geweest, duidelijk weggestopt in een psychiatrische inrichting, daar kwam ik wel achter.
De enige voldoening met dit boek: het is een nieuwe die ik nog niet op de lijst had, voor de rest is het wat mij betreft een uitermate verwarrend boek dat wel lekker weg las, maar voor mij onbegrijpelijk was.
Wat ook onbegrijpelijk was, was dat alle recensenten er lovend over waren. Maar ja, recensenten zijn ook maar mensen en doen misschien wel of ze dit boek van haver tot gort begrijpen.

2 augustus 2009

Oogst van de Deventer Boekenmarkt

Hoorde zojuist op de radio dat er 80 tot 90.000 bezoekers op de Deventer boekenmarkt zijn geweest. De 35.000 bezoekers die nog extra verwacht waren, zijn thuisgebleven vanwege de prachtige aanhoudende regenbuien. Het stroomde af en toe van de regen en ik had natuurlijk geen plu meegenomen.
Mijn oogst is leuk, wat SF en fantasy en verder veel toneel:
Edward Albee: In wankel evenwicht
Twee delen uit de Studioreeks: Obaldiade 1, 2, 3, 4 van René de Obaldia, en Telemachus Clay van Lewis John Carlino, een toneelschrijver waar ik werkelijk nog nooit van gehoord heb.
Thornton Wilder, een bundel van Our town, The skin of our teeth, The matchmaker
Euripides, Ifigeneia in Taurië
Bernard Shaw, Three plays for puritans (The devil's disciple, Cesar and Cleopatra, Captain Brassbound's conversion)

Wat theorieboeken:
The theory of the modern stage: an introduction to modern theatre and drama / ed. by Eric Bentley (Penguin Books, 1984)
A.L. Broer: Het toneel door de eeuwen (Den Haag: Servire, ??)
Kwetterende dwergen en andere toneelmakers: reacties op de nieuwste theatertrends / samengest. door Rob Erenstein, Jaak van Schoor en Eva Cossee (Westbroek: Harlekijn, 1986)
Toch aardig wat gekocht. Leuke dag. Ik had Willow (goeie vriendin) vanochtend aan de telefoon en die heeft me geprest om te gaan, ik was bijna niet gegaan vanwege het rotweer.