31 juli 2006

Afvaller voor het project

Balthazar, Nic: Niets was alles wat hij zei. - Averbode : Altiora, 2005

Bleek dus niets te zijn. Was een roman en tegelijkertijd ook een toneeltekst. Ging niet door dus.

Heb via de post twee knipsels gekregen voor het project, maar eentje was een recensie van een biografie van Shakespeare, reuze interessant, maar niet helemaal de bedoeling. De ander kende ik al: Theater van Somerset Maugham.

24 juli 2006

Linda Fairstein - Death Dance (2006)

Valt er eigenlijk een beetje buiten. Het lijk valt toevallig wel - letterlijk - binnen het theater, de 'Met', maar het lijk danst en acteert niet.
Is wel leuk, smeuig geschreven en aan te bevelen voor detective-liefhebbers. De detective in kwestie in dit boek is Alexandra Cooper die verbonden is aan het Manhattan DA's Office. Ze lost liever moorden op dan dat ze ze berecht.

21 juli 2006

Nachoem M. Wijnberg - Opvolging (2005)

Als altijd allergisch voor uitgeversverhalen bekijk ik dit ook argwanend. 'Opvolging' wordt aangeprezen als de grappigste roman van deze tijd. Dat maak ik zelf wel uit ja!
Volgens de uitgever is het een komisch en realistisch verhaal over het hedendaagse bedrijfsleven en tegelijk een Shakespeareaans koningsdrama. In het bedrijf werken bazen en bedrijvendokters, secretaresses, oud-sporters, kinderen die iemand gehad had kunnen hebben en arme kinderen. Wie zal de volgende baas van het bedrijf worden? Ondertussen wordt er geluncht, gedineerd, en toneelgespeeld, er wordt afscheid genomen en verwelkomd, er worden sollicitatie- en functioneringsgesprekken gevoerd, plannen gemaakt en wedstrijden gehouden. De vergaderingen volgen elkaar op als de seizoenen. Een roman voor wie evenzeer geïnteresseerd is in hoe in een bedrijf gewerkt wordt als hoe in een gedicht gewerkt wordt.
Prachtige uitgeverstaal voor een boek dat niet om door te komen is, ik heb het na twee moeizame hoofdstukken opzij gelegd. Ik ga eens kijken of ik nog wat leuks heb om te lezen.

Gustaw Herling - Een witte nacht van liefde (2001)

Normaal lees ik boeken het liefst in de oorspronkelijke taal, maar met dit oorspronkelijk Poolse boek werd dat wel lastig.
De titel klinkt als de titel van een boeketreeksje, maar het is wel degelijk een serieus boek.
Het vertelt de geschiedenis van de Pools-Russische regisseur Lukasz Kleban die op 84-jarige leeftijd aan zijn ogen moet worden geopereerd door een arts in Venetië. Samen met zijn halfzus en geliefde, Urszula, reist hij naar Italië. De operatie mislukt overigens en Lukasz wordt blind, daarbij wordt in het midden gelaten of dat komt door zijn slechte lichamelijke toestand of door medische fouten van de Italiaanse arts.
Broer en zus groeien op in Polen. Ze worden minnaars zodra Urszula volwassen is. Zij heeft eerst nog een 'verhouding' met een buurjongen, maar deze verdrinkt bij het zwemmen, een gebeurtenis waar Lukasz getuige van is en niets aan doet.
Lukasz en Urszula zijn niet alleen minnaars die als man en vrouw samen wonen, ze spelen ook samen, eerst in Polen, waar ze tijdens de Tweede Wereldoorlog bij een toneelgezelschap zitten. Daar spelen ze onder andere samen Lukasz' toneelbewerking van Dostojevski's verhaal 'Witte nachten'. Na de oorlog gaan ze naar Londen, waar hij een gevierd toneelregisseur wordt, onder andere beroemd om zijn vertolkingen van Tsjechov.
Het verhaal wordt uit verschillende oogpunten verteld, meestal door Lukasz, die - door zijn slechte ogen gedwongen - een mondelinge autobiografie te maken. Daardoor komt het dat verhalen uit het verleden vaak door een ik-figuur worden verteld. Pas laat in het verhaal komt Urszula naar voren die ook haar verhaal vertelt.
Het boek eindigt als een toneelstuk: twee epilogen, één waarin Lukasz vóór Urszula overlijdt en Urszula twee jaar later sterft, in de andere epiloog wordt Urszula ook ziek en plegen ze gezamenlijk zelfmoord, geen van beiden bereid zonder de ander te leven.
Veel over toneel, Lukasz is een regisseur die zich veel bezig houdt met klassiekers als Tsjechov. In de eerste epiloog bijvoorbeeld wordt bij de begrafenis van Lukasz uit 'De meeuw' voorgedragen.
Lukasz is hoofdregisseur van The Sea-Gull Theatre
Het is een superromantisch einde natuurlijk, maar afgezien daarvan is het een goed geschreven boek, dat als een trein leest.

20 juli 2006

Nieuw boek voor het project

David Nicholls - The understudy
Werd aangeprezen in Zone070 als een zomerboek van het lichte soort, alleen hebben ze het daar een beetje mis geloof ik. Volgens Zone070 wordt de New Yorkse theaterwereld op de hak genomen en dan heeft Amazon het ineens over West End, hetgeen volgens mij nog steeds Londen is. Maar ... geeft niet.

Even wat knippen uit Amazon:
Nicholls's second novel (after A Question of Attraction) focuses on Stephen C. McQueen, a 32-year-old actor forlornly hoping for his big break. With an 11-year career whose sole highlight has been playing a corpse, Stephen's latest gig, understudying Josh Harper (one of London's hottest stars) in a West End play, actually has promise. If only Josh would miss a performance (say, break a leg, literally), Stephen would secure the lead, and in turn, the approval of his critical ex-wife, Alison, and his precocious seven-year-old daughter, Sophie. But while Josh is many things (self-absorbed, cruel), he's never sick, and just as Stephen's abhorrence for the haughty superstar reaches its crescendo (he's asked to waiter at Josh's birthday bash) Stephen meets Nora, Josh's acerbic and neglected bride, and later stumbles upon Josh mid-tryst with a costar. Suddenly Stephen's able to make a deal—his silence in exchange for the starring role. Of course, the rules of light romantic comedy prevail: Stephen falls in love with Nora and realizes that he can't lie to make his own career. Nicholls's background as a screenwriter is evident, and while clever, his latest novel is still saccharinely predictable, best paired with sand and surf.

Ger Thijs - Een sterke afgang (2002)

Ger Thijs, acteur en regisseur schrijft ook boeken.
Dit boek gaat over de schouwburgdirecteur René Lambert die terugkijkt op de verbouwing van de schouwburg. De feestelijke opening wordt gevierd met een stuk dat hier speciaal voor wordt geschreven. Maar de opening lijkt tot mislukken gedoemd omdat hij al bij een try-out speciaal voor abonnementhouders ernstige klachten krijgt over de akoestiek van de zaal.
Het hele boek gaat in feite over de openingsdag, je krijgt nog wat terugblikken te zien van Lambert uit zijn jeugd, waarvan ik me persoonlijk zit af te vragen waarom het erbij wordt gehaald.
De interne schouwburgintriges en politiek die er wel wordt bijgehaald bijvoorbeeld in de vorm van Lamberts tweede man Friso Westra
Vanaf het begin blijkt wel dat de zaal als rampzalig wordt gezien.
Het boek eindigt met de zelfmoord van Lambert, niet te verwonderen aangezien de man alleen maar met zichzelf bezig is.

6 juli 2006

Willem Brakman - De biograaf (1975)

Het eerste boek dat ik gelezen heb, uitgekozen omdat het niet in de 'Theater NV' werd besproken en het was niet makkelijk.
Een souffleur die zijn hele leven in de schaduw heeft gestaan van de grote toneelspeler Dudok, wordt door diens zoon gevraagd enkele anekdotes op te schrijven over het leven van de vader. Tijdens het verzamelen van het materiaal, geeft de souffleur zich rekenschap van zijn ambivalente verhouding met de grote speler.
Het boek speelt in Den Haag.
De ik-figuur, de biograaf is kort gezegd een opgeblazen mannetje die zichzelf een centrale rol toedicht in het leven van Dudok, die van zichzelf overigens ook meer maakte dan hij was.
Dat was de korte inhoud, het boek is overigens moeilijk te lezen. Brakman heeft een lastige schrijfstijl waar je moeilijk doorheen komt. Het boek is dus ook niet aan te bevelen.
Het enige dat wel leuk is, zijn de denkbeelden van Dudok over toneel: 'Toneelspelen is als het afscheid nemen op een station. Dat leerde Dudok ons. Taak en tijd zijn bekend, zei hij. Er moet worden gezucht, droef worden gestaard, weer worden gezucht, gekeken, aangeraakt, gesproken, terwijl alles al is gezegd en wel een paar maal, en dan... op het juiste moment moet er worden omhelsd, voluit geweend, gewuifd; fluittrein, af-doek. Alles is er slechts op zijn eigen moment en het is belangrijk, ja zelfs een kunst om perfect afscheid te kunnen nemen.' (pag. 140-141)