18 september 2013

Over stoelen en luchtkokers in de Koninklijke Schouwburg

‘Levenslang theater’ van David Mamet
Gezien dinsdag 17 september in de Koninklijke Schouwburg

De hele zomer heb ik de Koninklijke Schouwburg op twitter gevolgd, normaal is een theater in de zomer erg rustig met twitter, niet deze zomer. De KS was aan een opknapbeurt toe en tweette daar druk over met bijbehorende foto’s. De stoelen zijn vervangen waarbij de zichtlijnen werden geoptimaliseerd, de oorspronkelijke plafondverlichting is in ere hersteld en de vloerbedekking is vernieuwd. Een foto van die vernieuwing liet mij tweeten wat de man in de foto eigenlijk aan het doen was. De KS antwoordde dat de man gaten in de vloerbedekking aan het snijden was voor de luchtkokers. Verder dacht ik er niet meer over na tot ik een Direct Message (DM) kreeg, of ik even wilde mailen als ik de vernieuwde zaal wilde zien. Het resultaat: twee vrijkaarten voor een try-out van ‘Levenslang theater’ met Eric en Beau Schneider, een voorstelling die ik toch al wilde zien, benieuwd als ik was naar de interactie tussen vader en zoon.

Gisteravond was het zover: stoelen: check. Vloerbedekking: check. Zichtlijnen: check. Plafondverlichting: check. Vader en zoon Schneider: check.
Het verhaal: een oude en een jonge acteur gunnen het publiek een blik achter de schermen van het theater. Ze praten in hun kleedkamer over de voorstelling, over andere acteurs en over elkaar. Typische acteursgesprekken vol humor, jaloezie, ijdelheid en twijfel, waarin Beau de jonge, niet zo zelfverzekerde acteur speelt en Eric de oudere ervaren acteur. Een stuk waar zeker Eric even in moest komen, maar een 78-jarige acteur mag van mij af en toe even twijfelen aan zijn tekst. De rest van het stuk boeide mij, je zag het groeiproces bij de jonge acteur en het minder worden en bijna over de top heen gaan van de oude acteur. De nieuwe stoelen en de vloerbedekking waren al snel vergeten. Zoon Beau Schneider speelde goed, zijn zelfverzekerdheid groeide, niet alleen in zijn rol, maar ook in zijn spel. Hij is vooral bekend van ‘Goede tijden, slechte tijden’ dat ik nooit zie, dus ik was niet besmet met het GTST-virus. Een deel van het publiek duidelijk wel, dat waren heel jonge mensen die deels voor het eerst in het theater kwamen.

De conversatie van de twee ongeveer twintigjarige Beau-fans achter ons was onvergetelijk: “Is dit nou hét theater?” “Nee, dit is een theater, de Koninklijke Schouwburg.” “Wat is dan hét theater?” “Misschien het Circustheater. Daar gaan de meeste mensen heen.”
Ach, als ze door GTST naar een theater gaan, is dat alleen maar goed.

6 september 2013

Jack McDevitt – Time travelers never die (New York : Ace Books, 2010)

Wetenschapper Michael Shelborne verdwijnt op mysterieuze wijze en zijn zoon Shel ontdekt dat zijn vader een tijdreisapparaat heeft uitgevonden. Hij gaat met zijn vriend, taalkundige Dave Dryden, op zoek naar zijn vader en maakt daarvoor vele tijdreizen.
Tijdreizen is aantrekkelijk, want je kan aanwezig zijn bij alle grote en kleine momenten in de wereldgeschiedenis. Dat is ook precies hetgene dat Shel en Dave doen, even makkelijk als anderen op vakantie gaan, springen ze door de tijd en zijn onder andere getuige van de beroemde ‘I Have a Dream’ speech van Martin Luther King.
Ze maken sprongen van honderden jaren in de tijd, maar ook sprongetjes van een minuut en daarin wordt het boek wat overdadig. Op een gegeven moment weet je werkelijk niet meer, wie nu waar is, of op welke moment in de tijd. Ga maar eens nadenken over de praktische dingen van zo’n tijdreis en je beseft dat het niet mogelijk is, er moeten miljoenen tijden naast elkaar bestaan om het mogelijk te maken. Ik blijf fan van Geordi Laforge (Star Trek Next Generation) die tijdens zo’n discussie zei: ‘This is precisely why time travel gives me nosebleeds’.
Gelukkig gaat dit blog niet over boeken met een Science Fiction tintje, maar over boeken waarin toneel wordt betrokken. Shel en Dave gaan namelijk terug naar de oudheid waar ze in de bibliotheek van Alexandrië de complete collectie toneelstukken van Sophocles bestuderen. Van Sophocles zijn welgeteld zeven tragedies en één saterspel overgebleven, terwijl de overlevering vermeldt dat hij 123 toneelstukken heeft geschreven. Ze brengen stukken terug naar het heden en sturen dit naar een vrouwelijke wetenschapper die één van de stukken zelfs laat opvoeren. Amusant genoeg dus voor een plekje op dit blog.