11 september 2015

#WOT deel 37: hobby

Een bijzonder leuke #WOT deze week, namelijk hobby. En net als @drspee zit ik met: waar moet ik beginnen?
Ik lees graag, schrijf, doe aan sport. Mijn werk als informatiespecialist is ook mijn hobby. Ik ben gek op musicals en doe niets liever dan ernaar luisteren en ze bezoeken. Ik ben zeven keer bij Aïda geweest.

Maar de hobby met de meeste impact is wel toneel. In 1992 vroeg een vriendin me of ik misschien regieassistente wilde worden bij haar toneelvereniging.
Dat wilde ik wel. Het duurde niet zo lang of ik ging ook spelen. Mijn eerste rol? Een hoerenmadam in ‘Alles voor de tuin’ van Alan Ayckbourn. Sindsdien heb ik van alles gespeeld, dienstmeisjes, secretaresses en excentrieke oude dames (die leeftijd heb ik nu).
Toneel is een veel tijd eisende hobby, want je bent niet alleen bezig op die ene repetitieavond in de week, maar ook op andere avonden, die tekst moet bijvoorbeeld in je hoofd gestampt worden. Verder moet er decor gebouwd worden, moeten de rekwisieten geregeld worden – mijn halve huisraad is al eens op toneel geweest – en zijn er nog veel meer dingen die moeten gebeuren. De voorstellingsweek is helemaal leuk, want dan kan je net zo goed een kampeerbedje neerzetten in het theater. Vanaf maandagavond repeteren in de zaal, donderdagavond bij sommige groepen al première, zondagmiddag de laatste voorstelling, zondagavond uit eten met zijn allen, en maandagochtend met zijn allen bij het grof vuil, want dan heb ik het echt wel gehad.
En toch… is het leuk, is het repeteren fijn, is zelfs het leren fijn en genieten we van het resultaat. Ons publiek wordt blij van ons.

Het Haagse amateurtoneel was vroeger zo gelukkig dat het een eigen zaal had, maar die is jaren geleden al gesloten en de groepen zijn verspreid over de stad.
Mijn eigen groep Inter Nos repeteert en speelt in een buurthuis en voor ons is het ook bijna zover. En dit is dus het moment dat ik mijn eigen voorstelling schaamteloos ga pluggen. Voor iedereen die 9, 10 of 11 oktober a.s. in de buurt van Den Haag is, we spelen ‘De anti-acteer show’ van Michael Green. En degenen die me niet kennen zijn gewaarschuwd: ik ga zingen.


#WOT: betekent Write on Thursday. Iedere donderdag verschijnt er een woord waarover je iets kunt schrijven, vloggen of ploggen.
Het woord van deze week: http://www.drspee.nl/wot-deel-37-hobby/


7 september 2015

Over UDC en andere dingen die voorbij gaan

Ik heb mijn opleiding genoten in een grijs verleden. Mijn opleiding was de Bibliotheek- en Documentatie Academie (BDA) in Den Haag, P.A. Tiele Academie geheten. Daar heb ik de tweejarige opleiding tot Assistent-Bibliothecaris (AB) gevolgd en daarna de vervolgopleiding Functionaris in Wetenschappelijke Bibliotheken (FWB). Allemaal afkortingen die niet meer bestaan. In het jaar nadat ik afgestudeerd was, werd het een ongedeelde vierjarige opleiding. Ik heb daar les gehad in dingen die de huidige informatiespecialist zich niet meer kan voorstellen. Niet alleen in alfabetiseren – twee systemen die ik nog altijd door elkaar haal – maar ook in titelbeschrijven. Die beschrijvingen van boeken, waardoor ze op een uniforme manier in de kaartcatalogus kwamen: ik kon en kan ze uitschrijven, met puntjes, komma’s, streepjes en spaties waar ze horen. Verder kregen we les in SISO, Schema voor de Indeling van de Systematische catalogus in Openbare bibliotheken – ik geef toe, ik moest de afkorting opzoeken. Ook UDC hoorde bij het vakkenpakket. UDC staat voor Universele Decimale Classificatie, een systeem bedacht door Paul Otlet en Henri La Fontaine aan het begin van de 20ste eeuw. De Dewey Decimale Classificatie staat aan de wieg van deze UDC. Het wordt gebruikt om boeken en tijdschriftartikelen te ontsluiten. Je kan er alles mee ontsluiten en vanuit verschillende gezichtspunten. Dat bewees de docent die het vak gaf op de Tiele Academie: hij ontsloot er zijn collectie treinkaartjes mee.

Boeken op UDCDe bibliotheek waar ik kwam te werken na mijn afstuderen, had een kaartcatalogus en gebruikte UDC voor de ontsluiting van boeken en tijdschriftartikelen. Ik had veel plezier van mijn titelbeschrijflessen, van alfabetiseren en van mijn UDC-lessen. De boeken in die bibliotheek – toentertijd zo’n 15.000 – werden ook volgens het UDC-systeem geplaatst. En dan werd niet alleen de systematische code gebruikt, maar ook de geografische codes. Enigszins begrijpelijk, dit was namelijk de bibliotheek van Instituut Clingendael, gespecialiseerd in internationale politiek, maar ook enigszins vreselijk. Kast na kast op de systematische code 327 (internationale politiek) met een geografische code, waarbij de Verenigde Staten (73) en de Sovjet Unie (47) oververtegenwoordigd waren. Maar de relatie tussen beide landen werd ook op de boeksticker geplaatst (73:47) of (47:73) waarbij ik met droge ogen niet meer kan navertellen waarom het ene land voor het andere ging. Omdat de plaatsing op onderwerp was, moest er nogal eens doorgeschoven worden. Als je dan verkeerd inschatte hoeveel ruimte een rubriek nodig had, kon je overnieuw beginnen. Om de verwarring compleet te maken: de collectie bestond uit twee bibliotheken die waren samengevoegd, maar fysiek gezien nog niet. Er waren dus twee kaartcatalogi en de UDC-plaatsing begon ergens midden in de bibliotheek overnieuw. Oh, en die tweede collectie gebruikte geen geografische codes bij de plaatsing. Iedereen was erg blij toen we gingen automatiseren en – door voortdurend ruimtegebrek gedwongen – op een magazijnplaatsing overgingen.

Aan alles komt een einde, dus ook aan mijn carrière bij Clingendael. Na wat omzwervingen kwam ik in een bedrijfsbibliotheek terecht die niet alleen voor de ontsluiting, maar – tot mijn minder grote vreugde – ook voor de plaatsing UDC gebruikte.
Gelukkig wat pragmatischer, dus vrijwel zonder geografische codes. Ook waren sommige codes voor de plaatsing wat aangepast, waardoor het allemaal wat leesbaarder werd.
Is dat nou bruikbaar? Ik hoor het mensen zeggen. Natuurlijk is het bruikbaar, voor een grote bibliotheek die van alles wat heeft, want zoals mijn docent dertig jaar geleden al zei: je kan er alles mee ontsluiten.
Maar ja, ik werk in een bedrijfsbibliotheek die gespecialiseerd is in geotechniek en geologie en dan werk je met een klein gedeelte van de UDC en gebruik je een beperkt aantal codes. Ik gebruik hoofdzakelijk twee rubrieken, namelijk rubriek 5, en daarin voornamelijk 55 (geologie), en in rubriek 6 voornamelijk 62 (ingenieurswezen) en specifiek 623 (civiele techniek) en in mindere mate de andere sub-rubrieken.

Boeken met geografische code
Voor plaatsing van boeken is dat eigenlijk totaal ongeschikt. Codes van negen cijfers voor plaatsing, om de drie cijfers gescheiden door punten en soms – door specifieke aanpassingen – door komma’s.

Alleen in de geologie-rubriek worden geografische codes gebruikt en dat is voor de gebruikers vaak ook niet te volgen omdat het soms codes van vijf cijfers zijn: Noordzee (261.26). Ik werk er dagelijks mee, en zelfs ik kan soms boeken niet vinden.
Daar komt nog bij dat de UDC al jaren wordt gebruikt en er wijzigingen zijn doorgevoerd, maar oude codes niet zijn verwijderd in de plaatsing van boeken. Er is niet terug te vinden hoe dat zat. Opzoeken is wat lastig, die oude UDC-map heb ik tijdens mijn opleiding al weggedaan en mis ik nu eigenlijk wel.
Daar komt mijn vraag dus, is er ergens een bibliotheek die UDC nog gebruikt en mij de rubrieken 5 en 6 kan sturen? Of heeft iemand die map nog? Hoeft niet eens een nieuwe editie te zijn, omdat ik juist de oude codes wil zien.

UPDATE 9 september: met hulp van een oud-Tieliaan voorzien van een Engelstalige UDC, wat helemaal niet erg is, omdat de voertaal op mijn werk Engels is. Dank!