Het heeft even wat voeten in de aarde gehad, maar nu heb ik mijn blog toch verhuisd, en wel naar mijn eigen domein: http://alimolenaar.nl/stukjes/
Vanaf vandaag publiceer ik alleen nog daar.
Over van alles waar ik me als informatiespecialist mee bezighoud, informatie, netwerken, boeken, schrijven, toneel (spelen), theater, Haghespel.
Posts tonen met het label bibliotheken. Alle posts tonen
Posts tonen met het label bibliotheken. Alle posts tonen
27 december 2015
7 september 2015
Over UDC en andere dingen die voorbij gaan
Ik heb mijn opleiding genoten in een grijs verleden. Mijn opleiding was de Bibliotheek- en Documentatie Academie (BDA) in Den Haag, P.A. Tiele Academie geheten. Daar heb ik de tweejarige opleiding tot Assistent-Bibliothecaris (AB) gevolgd en daarna de vervolgopleiding Functionaris in Wetenschappelijke Bibliotheken (FWB). Allemaal afkortingen die niet meer bestaan. In het jaar nadat ik afgestudeerd was, werd het een ongedeelde vierjarige opleiding. Ik heb daar les gehad in dingen die de huidige informatiespecialist zich niet meer kan voorstellen. Niet alleen in alfabetiseren – twee systemen die ik nog altijd door elkaar haal – maar ook in titelbeschrijven. Die beschrijvingen van boeken, waardoor ze op een uniforme manier in de kaartcatalogus kwamen: ik kon en kan ze uitschrijven, met puntjes, komma’s, streepjes en spaties waar ze horen. Verder kregen we les in SISO, Schema voor de Indeling van de Systematische catalogus in Openbare bibliotheken – ik geef toe, ik moest de afkorting opzoeken. Ook UDC hoorde bij het vakkenpakket. UDC staat voor Universele Decimale Classificatie, een systeem bedacht door Paul Otlet en Henri La Fontaine aan het begin van de 20ste eeuw. De Dewey Decimale Classificatie staat aan de wieg van deze UDC. Het wordt gebruikt om boeken en tijdschriftartikelen te ontsluiten. Je kan er alles mee ontsluiten en vanuit verschillende gezichtspunten. Dat bewees de docent die het vak gaf op de Tiele Academie: hij ontsloot er zijn collectie treinkaartjes mee.
De bibliotheek waar ik kwam te werken na mijn afstuderen, had een kaartcatalogus en gebruikte UDC voor de ontsluiting van boeken en tijdschriftartikelen. Ik had veel plezier van mijn titelbeschrijflessen, van alfabetiseren en van mijn UDC-lessen. De boeken in die bibliotheek – toentertijd zo’n 15.000 – werden ook volgens het UDC-systeem geplaatst. En dan werd niet alleen de systematische code gebruikt, maar ook de geografische codes. Enigszins begrijpelijk, dit was namelijk de bibliotheek van Instituut Clingendael, gespecialiseerd in internationale politiek, maar ook enigszins vreselijk. Kast na kast op de systematische code 327 (internationale politiek) met een geografische code, waarbij de Verenigde Staten (73) en de Sovjet Unie (47) oververtegenwoordigd waren. Maar de relatie tussen beide landen werd ook op de boeksticker geplaatst (73:47) of (47:73) waarbij ik met droge ogen niet meer kan navertellen waarom het ene land voor het andere ging. Omdat de plaatsing op onderwerp was, moest er nogal eens doorgeschoven worden. Als je dan verkeerd inschatte hoeveel ruimte een rubriek nodig had, kon je overnieuw beginnen. Om de verwarring compleet te maken: de collectie bestond uit twee bibliotheken die waren samengevoegd, maar fysiek gezien nog niet. Er waren dus twee kaartcatalogi en de UDC-plaatsing begon ergens midden in de bibliotheek overnieuw. Oh, en die tweede collectie gebruikte geen geografische codes bij de plaatsing. Iedereen was erg blij toen we gingen automatiseren en – door voortdurend ruimtegebrek gedwongen – op een magazijnplaatsing overgingen.
Aan alles komt een einde, dus ook aan mijn carrière bij Clingendael. Na wat omzwervingen kwam ik in een bedrijfsbibliotheek terecht die niet alleen voor de ontsluiting, maar – tot mijn minder grote vreugde – ook voor de plaatsing UDC gebruikte.
Gelukkig wat pragmatischer, dus vrijwel zonder geografische codes. Ook waren sommige codes voor de plaatsing wat aangepast, waardoor het allemaal wat leesbaarder werd.
Is dat nou bruikbaar? Ik hoor het mensen zeggen. Natuurlijk is het bruikbaar, voor een grote bibliotheek die van alles wat heeft, want zoals mijn docent dertig jaar geleden al zei: je kan er alles mee ontsluiten.
Maar ja, ik werk in een bedrijfsbibliotheek die gespecialiseerd is in geotechniek en geologie en dan werk je met een klein gedeelte van de UDC en gebruik je een beperkt aantal codes. Ik gebruik hoofdzakelijk twee rubrieken, namelijk rubriek 5, en daarin voornamelijk 55 (geologie), en in rubriek 6 voornamelijk 62 (ingenieurswezen) en specifiek 623 (civiele techniek) en in mindere mate de andere sub-rubrieken.
Voor plaatsing van boeken is dat eigenlijk totaal ongeschikt. Codes van negen cijfers voor plaatsing, om de drie cijfers gescheiden door punten en soms – door specifieke aanpassingen – door komma’s.
Alleen in de geologie-rubriek worden geografische codes gebruikt en dat is voor de gebruikers vaak ook niet te volgen omdat het soms codes van vijf cijfers zijn: Noordzee (261.26). Ik werk er dagelijks mee, en zelfs ik kan soms boeken niet vinden.
Daar komt nog bij dat de UDC al jaren wordt gebruikt en er wijzigingen zijn doorgevoerd, maar oude codes niet zijn verwijderd in de plaatsing van boeken. Er is niet terug te vinden hoe dat zat. Opzoeken is wat lastig, die oude UDC-map heb ik tijdens mijn opleiding al weggedaan en mis ik nu eigenlijk wel.
Daar komt mijn vraag dus, is er ergens een bibliotheek die UDC nog gebruikt en mij de rubrieken 5 en 6 kan sturen? Of heeft iemand die map nog? Hoeft niet eens een nieuwe editie te zijn, omdat ik juist de oude codes wil zien.
UPDATE 9 september: met hulp van een oud-Tieliaan voorzien van een Engelstalige UDC, wat helemaal niet erg is, omdat de voertaal op mijn werk Engels is. Dank!

Aan alles komt een einde, dus ook aan mijn carrière bij Clingendael. Na wat omzwervingen kwam ik in een bedrijfsbibliotheek terecht die niet alleen voor de ontsluiting, maar – tot mijn minder grote vreugde – ook voor de plaatsing UDC gebruikte.
Gelukkig wat pragmatischer, dus vrijwel zonder geografische codes. Ook waren sommige codes voor de plaatsing wat aangepast, waardoor het allemaal wat leesbaarder werd.
Is dat nou bruikbaar? Ik hoor het mensen zeggen. Natuurlijk is het bruikbaar, voor een grote bibliotheek die van alles wat heeft, want zoals mijn docent dertig jaar geleden al zei: je kan er alles mee ontsluiten.
Maar ja, ik werk in een bedrijfsbibliotheek die gespecialiseerd is in geotechniek en geologie en dan werk je met een klein gedeelte van de UDC en gebruik je een beperkt aantal codes. Ik gebruik hoofdzakelijk twee rubrieken, namelijk rubriek 5, en daarin voornamelijk 55 (geologie), en in rubriek 6 voornamelijk 62 (ingenieurswezen) en specifiek 623 (civiele techniek) en in mindere mate de andere sub-rubrieken.
Voor plaatsing van boeken is dat eigenlijk totaal ongeschikt. Codes van negen cijfers voor plaatsing, om de drie cijfers gescheiden door punten en soms – door specifieke aanpassingen – door komma’s.
Alleen in de geologie-rubriek worden geografische codes gebruikt en dat is voor de gebruikers vaak ook niet te volgen omdat het soms codes van vijf cijfers zijn: Noordzee (261.26). Ik werk er dagelijks mee, en zelfs ik kan soms boeken niet vinden.
Daar komt nog bij dat de UDC al jaren wordt gebruikt en er wijzigingen zijn doorgevoerd, maar oude codes niet zijn verwijderd in de plaatsing van boeken. Er is niet terug te vinden hoe dat zat. Opzoeken is wat lastig, die oude UDC-map heb ik tijdens mijn opleiding al weggedaan en mis ik nu eigenlijk wel.
Daar komt mijn vraag dus, is er ergens een bibliotheek die UDC nog gebruikt en mij de rubrieken 5 en 6 kan sturen? Of heeft iemand die map nog? Hoeft niet eens een nieuwe editie te zijn, omdat ik juist de oude codes wil zien.
UPDATE 9 september: met hulp van een oud-Tieliaan voorzien van een Engelstalige UDC, wat helemaal niet erg is, omdat de voertaal op mijn werk Engels is. Dank!
31 mei 2015
Managing the One-Person Library

Dit boekje richt zich op solo-bibliothecarissen die een kleine bibliotheek moeten runnen en onderhouden. Onderwerpen van de hoofdstukken van dit werkje zijn bijvoorbeeld marketing, professionele ontwikkeling, collectievorming, IT, catalogiseren en tijdschriften (in hetzelfde hoofdstuk) en personeel.
Die laatste is een vreemde eend in de bijt in een boek over solobibliothecarissen, maar is ook weer gericht op vrijwilligers.
Cooperman – een ervaren solo-bibliothecaris – wilde zijn ervaringen delen met andere solo-bibliothecarissen.
Als solo-informatiespecialist in een groot commercieel bedrijf zou dit voor mij een nuttig boekje moeten zijn. En dat was het op zich wel, maar eigenlijk ook niet. Het boek zet keurig netjes op een rijtje waar het in het werk allemaal om gaat. Maar het gaat meer over het beheer van een bibliotheek en niet zo zeer over de inhoud, namelijk informatiemanagement. Het beheer van de bibliotheek is voor mij een bijzaak. Een bijzaak die ik wel moest leren toen ik in deze baan begon, maar niet het belangrijkste is in mijn werk. Mijn doel is mijn collega’s duidelijk te maken welke informatie we in huis hebben en kunnen krijgen.
Nog een nadeel van dit boek: het is uitstekend te gebruiken als je net begint als solo-bibliothecaris/informatiespecialist/informatiemanager. Werk je zoals ik, al jaren bijna alleen of alleen, dan is het minder goed te gebruiken, want dan worden er toch een aantal open deuren ingegooid.
“Learn to adapt to change” (p. 5) dat moet je niet alleen doen als solopersoon, maar ook als één van vele informatiespecialisten. Ik geloof niet dat ik een functie kan opnoemen waar in twintig jaar tijd zoveel veranderingen zijn opgetreden als in dit werk.
Een ander nadeel: de case studies zijn niet altijd nuttig omdat het niet mijn ‘line of work’ is. Cooperman noemt wel diverse voorbeelden voor solobibliotheken, zoals openbare, school- en universiteitsbibliotheken, maar zijn casestudies komen bijvoorbeeld niet uit bedrijfsbibliotheken waar mijn werkkring en dus interesse ligt. Dat is niet te verwonderen, want hij is zelf solobibliothecaris in een academische bibliotheek, dus zijn netwerk ligt ook daar, maar voor het zijn wel heel andere situaties.
Was het nou nuttig, kan ik mezelf afvragen? Ja, want ik had wel wat aan de literatuurverwijzingen in het boek die me verwezen naar tijdschriften die ik niet kende, artikelen die bijzonder interessant waren en ook blogs waar ik nog veel meer nuttige informatie kan vinden. Want die regel van Larry Cooperman hanteerde ik al: blijven leren. Het internet is rijk aan informatieve blogs, zeker voor informatiespecialisten.
Een artikel met infographic over het boek kun je hier vinden.
Elsevier verkoopt het boek hier als boek en e-pub en hier in hoofdstukken.
Abonneren op:
Posts (Atom)